Polypropyleen (PP) werd in 1954 door professor Natta ontdekt en werd in 1957 voor het eerst in commerciële productie genomen door Montedison onder de merknaam Moplen. Polypropyleen (PP) is gemakkelijk te verwerken. Het heeft een lage dichtheid en is relatief goedkoop in vergelijking met andere kunststoffen.

De belangrijkste Europese producenten van PP zijn Basell, Borealis, Total, Sabic en tegenwoordig ook Braskem, die in 2011 de activiteiten van Dow heeft overgenomen.

Polypropyleen kan in drie hoofdgroepen verdeeld worden:

• Polypropyleen homopolymeer (PPh) heeft een hoge stijfheid.
• Polypropyleen copolymeer (PPc) biedt een superieure impact zelfs bij lage temperaturen.
• Polypropyleen random copolymeer (PP raco) of statistische copolymeer is transparant.

De kwaliteit van polypropyleen werd doorheen de jaren sterk verbeterd en zal in de toekomst nog steeds evolueren. Recente technische ontwikkelingen hebben gezorgd voor stijvere, meer heldere en transparantere PP-types en hebben hierdoor marktaandeel van andere kunststoffen zoals ABS en PS afgenomen.

Een andere eigenschap van polypropyleen is de uitstekende chemische bestendigheid tegen veel chemische solventen, basen en zuren.

PP wordt in tal van toepassingen ingezet, maar een duidelijk kenmerk is de mogelijkheid om scharnieren (gebruikt voor sluitingen en CD/DVD-doosjes) te produceren.

Polypropyleen kan worden verwerkt via bijna alle bestaande productietechnieken.

De belangrijkste toepassingen van polypropyleen zijn:

• Voedselverpakkingen: bekers, bakjes, clamshell verpakkingen.
• Extrusie van vezels.
• Meubelen: tuinstoelen, tafels.
• Huishoudelijke artikelen: opslagboxen, dozen.
• Industriële verpakkingen: flessen voor detergenten, emmers en kooien.
• Doppen en sluitingen.